In februari 2020 begon Theater Babel Rotterdam te repeteren aan een nieuwe voorstelling, waarvoor Paul Röttger de theaterzaal wilde ombouwen tot complex van kleine kamertjes, waarin het publiek samen met de spelers plaats zouden nemen, dicht op elkaars huid. De anderhalvemetersamenleving gooide roet in het eten, maar dat motiveerde Röttger juist tot het bedenken van een nieuw en coronaproof concept: hij interviewde van alle 27 spelers van het gezelschap een familielid over die speler. Over de geboorte, het leven en hun onderlinge relatie. Samen met schrijver Erik Ward Geerlings werkte Röttger die interviews uit tot monologen, die de spelers zelf te berde brengen in de voorstelling.
“Door de verplichte social distancing zijn we letterlijk en figuurlijk verder van elkaar afgeraakt,” vertelt Paul Röttger. “Maar dankzij onze voorstelling kun je toch weer dichter bij de ander komen. De speler deelt zíjn verhaal met het publiek, bezien door de bril van de ander. Zo ben je elkaar nabij. Juist in deze tijd is dat heel belangrijk.”